Klinische Translatie van een Integrine αvβ6 Specifieke PET/CT Tracer voor Detectie en Response Monitoring van Pancreascarcinomen.
Nb: het studieprotocol wordt momenteel beoordeeld door de METC.
Recentelijk is in het kader van de PREOPANC-1- en PREOPANC-2- studies de neoadjuvante behandeling door middel van chemo(radiatie) geïntroduceerd bij patiënten met pancreascarcinoom. Tot op heden wordt bij deze patiënten gebruikgemaakt van CT-scans om de stadiëring en restadiëring uit te voeren. Helaas blijkt een CT-scan onbetrouwbaar voor response-evaluatie na neoadjuvante therapie, omdat er slecht onderscheid kan worden gemaakt tussen fibrotisch en resterend vitaal tumorweefsel. 1 Daarnaast worden regelmatig (micro)metastases op CT gemist, met vroege recidief tumoren (<6 maanden na resectie) als gevolg. 2
Beeldvorming door middel van PET/CT kan tumoren op een specifieke manier detecteren en hierdoor kan de detectie, stratificatie en response monitoring verbeteren. Integrine alpha-v beta-6 (αvβ6) is een veelbelovende marker voor de detectie van het pancreascarcinoom. De expressie van dit integrine is significant verhoogd op tumorcellen in vergelijking tot normale cellen en pancreatitis. 3, 4
Daarnaast wordt dit integrine ook gevonden op tumorpositieve lymfeklieren en resterend vitaal tumorweefsel na neoadjuvante therapie.3, 4
Door collega-onderzoekers van Stanford University is de cystineknoop, R01-MG, ontwikkeld om αvβ6 zeer specifiek te kunnen ’targeten’. Gelabeld met het fluoride-18 radio isotoop is de PET tracer [18F]FP-R01-MG-F2 ontwikkeld, voor detectie van onder meer pancreas-, cervix- en longcarcinoom, maar ook het monitoren van interstitiële pulmonaire fibrose. 5 Naast de ontwikkeling van een PET tracer, is recent ook een fluorescente tracer ontwikkeld voor intraoperatieve detectie van αvβ6 positieve tumoren, 6 die binnenkort ook in studieverband klinisch getransleerd zal worden.
Het doel van de PANSCAN-studie is de sensitiviteit, specificiteit, en toegevoegde waarde in het diagnostisch traject van integrine αvβ6 specifieke PET/CT te onderzoeken.
References
1. Ferrone, C. R. et al. Radiological and surgical implications of neoadjuvant treatment with FOLFIRINOX for locally advanced and borderline resectable pancreatic cancer. Ann. Surg. 261, 12–17 (2015).
2. Tummers, W. S. et al. Impact of resection margin status on recurrence and survival in pancreatic cancer surgery. Br. J. Surg. (2019) doi:10.1002/bjs.11115.
3. Tummers, W. S. et al. Selection of optimal molecular targets for tumor-specific imaging in pancreatic ductal adenocarcinoma. Oncotarget (2017) doi:10.18632/oncotarget.18232.
4. Vuijk, F.A. et al. Molecular targets for diagnostic and intraoperative imaging of pancreatic ductal adenocarcinoma after neoadjuvant FOLFIRINOX treatment. Submitted.
5. Kimura, R. H. et al. Evaluation of integrin αvβ6 cystine knot PET tracers to detect cancer and idiopathic pulmonary fibrosis. Nat. Commun. 10, 4673 (2019).
6. Tummers, W. S. et al. Development and Preclinical Validation of a Cysteine Knottin Peptide Targeting Integrin αvβ6 for Near-infrared Fluorescent-guided Surgery in Pancreatic Cancer. Clin. Cancer Res. 24, 1667–1676 (2018).
Studieopzet
Dit is een multicenter studie voor de klinische translatie en evaluatie van de integrine αvβ6 specifieke PET tracer [18F]FP-R01-MG-F2. De studie is opgedeeld in 3 fases. In fase 1 zal een farmacokinetische analyse van de tracer worden verricht, en zullen kwantificatiemethodes worden onderzocht. In fase 2 zal de test-retest variabiliteit van de tracer in patienten worden onderzocht, waarna in fase 3 de diagnostische accuraatheid en vergelijking met [18F]FDG PET/CT zal worden onderzocht. De sample-size is gebaseerd op het bepalen van de diagnostische sensitiviteit en specificiteit van response monitoring. Er zullen maximaal 51 patiënten geïncludeerd worden.
Doelgroep
Deel A: 8 (max. 9) patiënten met een middels pathologisch onderzoek bewezen resectabel pancreascarcinoom, zonder neoadjuvante therapie.
Deel B: 12 (max. 13) patiënten met een middels pathologisch onderzoek bewezen resectabel pancreascarcinoom, zonder neoadjuvante therapie.
Deel C: 26 (max. 29) patiënten met een middels pathologisch onderzoek bewezen pancreascarcinoom, die voorafgaand aan resectie middels neoadjuvante therapie behandeld zullen worden.
In alle studiedelen is er de mogelijkheid tot 10% extra patiënten te includeren, om te compenseren voor mogelijk non-maligne pancreasprocessen.
Interventie
Patiënten die deelnemen aan de PANSCAN studie zullen naast de reguliere onderzoeken (bloedonderzoek, CT-scan, etc.) een aantal aanvullende beeldvormende onderzoeken ondergaan, afhankelijk van de studiefase:
Deel A: Patiënten zullen eenmalig een integrine αvβ6 specifieke PET/CT ondergaan voorafgaand aan resectie.
Deel B: Patiënten zullen tweemaal binnen 7 dagen een integrine αvβ6 specifieke PET/CT ondergaan voorafgaand aan resectie.
Deel C: Patiënten zullen voor en na neoadjuvante therapie (voorafgaand aan resectie) zowel een integrine αvβ6 specifieke PET/CT als een FDG PET/CT ondergaan.
Randomisatie
In deze studie vindt geen randomisatie plaats.
Deelnemende centra
Amsterdam UMC – locatie AMC en VUmc
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
Voortgang
Verwachte startdatum: 01-08-2020.
Aantal inclusies: 0/51 (0%).
Documenten
Proefpersoneninformatie-PANSCAN-1-deel-A-v1
Proefpersoneninformatie-PANSCAN-1-deel-B-v1
Proefpersoneninformatie-PANSCAN-1-deel-C-v1
Hoofdonderzoekers
Dr. R.J. Swijnenburg, chirurg oncoloog, Amsterdam UMC.
Dr. A.L. Vahrmeijer, chirurg oncoloog, Leids Universitair Medisch Centrum.
Prof. dr. L. de Geus-Oei, Nucleair Geneeskundige, Leids Universitair Medisch Centrum.
Studiecoördinatoren
Floris Vuijk, onderzoeker Leids Universitair Medisch Centrum, e-mail, tel.nr. 0639885046
Friso Achterberg, arts-onderzoeker Leids Universitair Medisch Centrum, e-mail, tel.nr. 0650293534
Nieuws
Zodra er nieuws bekend is over de studie zal dat hier op de website worden geplaatst.
Meer informatie is binnenkort te vinden in de volgende documenten (momenteel beoordeling door METC):
1. C1. Protocol PANSCAN studie
2. E1/E2. PIF PANSCAN studie